‘We hewwe’m’ – Stadsfilm Staveren opgedoken

Mem fan Klaas NIEUW

Na een jarenlange zoektocht is het zover: de Oranjefilm van Stavoren (1952) is boven water. De film die waarschijnlijk werd gemaakt in opdracht van de Oranjevereniging, is officieel een echte ‘Adolfsfilm’. Johan Adolfs was een zakenman die tussen 1948 en 1970 zo’n 1500 films in Nederland produceerde, waarvan ruim 150 in Friesland. Hij had diverse cameramannen in dienst die op mooie zomerdagen naar diverse dorpen trokken en aan de hand van een vast stramien het dorpsleven filmden. Later werd zo’n film dan in het dorp vertoond.

Het bestaan van Dé Staverse film was bekend. Het Fries Film & Audio Archief had wel een videokopie in bezit, maar de originele 8mm-film was zoek. Speurwerk in het archief van de voormalige gemeente Staveren, in oude notulen van verenigingen, gesprekken met oud-bestuursleden leverden niets op. Tot 16 december 2021. Toen sprak Inke Bakker Klaas Zwaan aan: ‘Do sochst toch un film? Nou, ik loof dat ik ‘m hè’. Even later toonde hij de filmbox met spoel. Zwaan, vrijwilliger bij het filmarchief, was sprakeloos. Hij had jaren om de film gezocht.

Inke Bakker ging verhuizen en in een doos met (vakantie)films, die vader Pieter had gemaakt, lag deze grotere film. Alles klopte, spoel, filmformaat, lengte. Echter, er was maar één spoel, waar er doorgaans twee horen te zijn. De filmtafel bij het filmarchief bracht zekerheid. Het was de Staverse Adolfsfilm en alle vaste onderwerpen stonden erop. De brandweer rukt uit bij De Cachot en snelt naar Ut Sylperk, het straatleven tussen Hellingspad 26 en Schans 5 komt uitgebreid in beeld, en verder alle bekende Adolfs-ingrediënten: gemeentehuis, scholen, bedrijvigheid, markante bewoners en een slotstuk met een defilé van alle sportverenigingen. Wat de Staverse film extra bijzonder maakt zijn de beelden van de bedrijvigheid in verband met de visserij, zoals de visafslag.

Waarschijnlijk heeft Pieter Bakker, de vader van Inke en verdienstelijk bestuurder bij onder anderen de Oranjevereniging, het VVV en de Visserijdagen, de film laten kopiëren naar video en het origineel opgeborgen tussen al zijn andere films. Filmprojectie was achterhaald, een videoband was immers veel gemakkelijker en vooral: moderner.

Gewoonlijk worden de films van Johan Adolfs ‘dorpsfilms’ genoemd. Hij benaderde alleen kernen met meer dan 700 en zeker minder dan 10.000 inwoners. Dan was er sprake van een sterk gemeenschapsgevoel, zo was de gedachte, en dat was een belangrijke voorwaarde voor een succesvolle vertoning met voldoende inkomsten. Bovendien was het van belang dat zo veel mogelijk inwoners in beeld kwamen, want wie wil zichzelf niet terugzien op het witte doek!? Adolfs verkocht de films vaak aan een plaatselijke vereniging, die de aanschafkosten terugverdiende door filmavonden te organiseren. Nu is het woord dorp voor een echte Staverse erger dan vloeken in de kerk. Vandaar dat we in dit geval spreken over een ‘stadsfilm’, zoals die ook gemaakt zijn van de Friese steden IJlst, Sloten, Hindeloopen, Workum, Bolsward, Harlingen, Franeker en Dokkum (Leeuwarden en Sneek telden meer dan 10.000 inwoners).

Een vondst als deze Staverse stadsfilm bewijst eens te meer dat overal nog verborgen schatten kunnen liggen, die van belang kunnen zijn voor archieven en musea.

De Staverse stadfilm is te zien op het YouTube-kanaal van het Fries Film & Audio Archief:

https://youtu.be/-RLmP3yDz60