George Christiaan Slieker (1861 – 1945)

AV0292 slieker 3(1)

Christiaan Slieker heeft waarschijnlijk zelf nooit gefilmd, maar was wel de eerste Nederlandse bioscoopexploitant. Slieker was een kermisman. Toen hij in 1896 met zijn futuristische elektromagnetische visspel op de Gewerbeausstellung in Berlijn stond, besloot hij om daar een ‘kinematograaf’, een van de eerste filmprojectoren, te kopen. Op 16 juli van hetzelfde jaar opende hij zijn ‘Grand Théâtre Edison’, de eerste bioscooptent in Nederland. Slieker gaf hiermee een belangrijke aanzet tot het begin van de filmindustrie in Nederland. De nieuwe uitvinding was tot dan toe alleen door rondreizende buitenlanders in Scheveningen, Amsterdam en Groningen getoond. Twaalf jaar lang reisde Slieker met zijn bioscooptent (die intussen ‘Theater Edison’ heette) langs kermissen en schouwburgen. In 1907 verkocht hij de boel, op achterstand gezet door de vele concurrenten, die omdat ze later waren begonnen hadden kunnen investeren in betere apparatuur. 

Over die eerste filmvertoning op het Zaailand schreef de Leeuwarder Courant destijds: “Rijtuigen, omnibussenequipages, ‘elegante’ voetgangers en menschen uit het volk, alles schijnt te leven, zelfs de rook die een voorbijganger, nadat hij de cigarette uit den mond heeft genomen, uitblaast, ziet men opstijgen (…) Iedere dag is er wat nieuws te zien (…) Wie het heeft gezien, staat er ‘versteld’ van.” Na Leeuwarden volgden de kermissen in Haarlem, Rotterdam en Alkmaar. In Nijmegen in oktober 1896 is de reactie van fotograaf C.A.P. Ivens (de vader van Joris) kritisch. In de Nijmeegse Courant schreef hij: “Men gelieve te bedenken dat deze films (beeldreeksen) mogelijk afleggertjes waren uit een of andere groote plaats en dat het onaangename flikkeren, sissen enz., niet een eigenschap is (althans niet in die hooge mate) van Lumière’s Kinematograph, maar wel van het hier vertoonde exemplaar.”

Wat waren die ‘afleggertjes’ waar Slieker het eerste filmpubliek mee in vervoering bracht? In elk geval ingekleurde filmpjes uit de studio’s van Thomas Edison: caféruzies, bokswedstrijden, danseressen in petticoats en charretels. Ook vinden we titels van de Franse filmpionier Georges Méliès in advertenties en strooifolders die Slieker verspreidde. Maar hij vertoonde ook al snel films van Nederlandse makelij: ‘Het Badbassin te Amsterdam’, ‘Spelende Kinderen’ en ‘De Gestoorde Hengelaar’, alle drie geschoten door de Amsterdamse fotograaf Machiel Laddé. ‘De Gestoorde Hengelaar’ is voor zover we weten de eerste Nederlandse speelfilm. De film zelf is verloren gegaan, maar aan de hand van enkele stills die in De Wereldkroniek van 1935 werden gepubliceerd, is het mogelijk iets van de plot te reconstrueren. Volgens Jan Brugman, eigenaar van het Filmmuseum in Leeuwarden en kenner van de vroege cinematografie, zou het verhaal er als volgt uit kunnen hebben zien: Een man met een handorgeltje en een dansende vrouw vermaken elkaar. Dan blijkt het orgeltje ook een viskoffertje te zijn. De man haalt hengelstokken uit het koffertje, nodigt de vrouw uit om op de lege koffer te gaan zitten en leert haar hoe je moet vissen. Intussen blijft hij bezig om haar te verleiden. De stills doen vermoeden dat de acteurs het komische duo Lion Solser en Leon Hesse waren. Zij maakten later furore als Wip en Snip, de voorlopers van Snip en Snap. In 1900 maakte Laddé nog een tweede film met het duo onder de titel ‘Solser en Hesse’.

Slieker bleef intussen nieuwe wegen zoeken om zijn publiek te vermaken. Hij begon filmpjes te vertonen die op locatie waren gemaakt. Zo had hij op de Leeuwarder kermis van 1899 de film ‘Het uitgaan der Dominicus-Kerk in de Speelmanstraat’ op het programma staan. Waarschijnlijk betreft het hier de oudste Friese filmbeelden, die waarschijnlijk eveneens verloren zijn gegaan. 

Christiaan Slieker werd in 1861 op een schuit in de Leeuwarder grachten geboren en was één van de zeven kinderen van Frederik Johannes en Grietje Slieker, kermisreizigers en marskramers. Op zijn achttiende begon hij voor zichzelf als kermisondernemer. Een van zijn eerste attracties was een meisje van één jaar oud dat zestig pond woog. In 1888 trouwde hij met de Geertruida Akkerman uit Akkrum. Tussen 1892 en 1908 woonde het echtpaar achtereenvolgens in Sneek en Heerenveen. Nadat Slieker zijn bioscooptent had verkocht verhuisde het verarmde gezin naar Drachten. Daar zwerft Slieker als marskramer met een kruiwagen met potten en pannen door stad en dorp. Hij probeert het nog eenmaal op de kermis: met twee wilde zwijnen uit de bossen van Beetsterzwaag. Zijn vrouw Geertruida overlijdt in 1934. In 1942 trekt Christiaan bij zijn oudste zoon in, die een fotozaak in Assen heeft. Op 9 maart 1945 overlijdt hij. Zijn grafschrift luidt: ‘Eerste bioscoopondernemer van Nederland.

Vanaf de jaren ’30 heeft George Slieker jr., zoon van de oude Slieker, de familie bij diverse gelegenheden gefilmd. Het eerste filmpje in deze reeks uit 1932/33 is in bezit van het Fries Film Archief. Dit filmpje is hieronder te zien.

Syds Wiersma, coördinator Fries Film Archief – 2012